Dutch Ministry of Justice's official statement on Joma Sison's arrest

Philippine Communist Leader Apprehended to Face a Murder Charge 28 augustus 2007 Jose Maria S., 68, a Philippine Communist leader was apprehended this morning in Utrecht by the International Crime Investigation Team of the Dutch National Criminal Investigation Department to face the criminal charges for his involvement in assassinations that took place in Philippines. Mr. S. is a founder of the Communist Party of Philippines (CPP) and its armed branch, the New People’s Army (NPA), that has been fighting for years against the consecutive governments in Manila. The Communist leader was suspected of giving orders, from the Netherlands, to murder his former political associates in Philippines, Romulo Kintanar and Arturo Tabara. Except for the apartment in which Mr. S. lived, the Dutch National Criminal Investigation Department today combed the apartments belonging to his co-workers, seven of which were in Utrecht and one in Abcoude. On January 23, 2003, the former leader of the New People’s Army, Romulo Kintanar, 50, was shot dead in a Japanese restaurant in Philippines. The perpetrators were at the time of murder in the restaurant as well and fired 10 shots in Mr. Kintanar. The victim bled to death as a result of the shot wounds. The assassination triggered off a huge commotion in Philippines. It was claimed by the New People’s Army, in an official publication in which the reference was made to a sentencing by the special People’s Court. A special unit of the New People’s Army allegedly punished Kintanar for his crimes against the revolution and the people. The Dutch National Criminal Investigation Department also investigates the role of Mr. S. in the assassinations of Arturo Tabara and his son in law Stephen Ong, which took place on September 26, 2006. Both men were shot dead in a parking lot, while stepping out of their car. They died instantly as a result of being shot in the area of head, chest and stomach. This assassination was also claimed by the CPP’s armed branch. According to one official publication Tabara was “a seasoned criminal and fanatic contra-revolutionist.“ He was killed because he and his son in law had supposedly offered resistance when a special unit of the New People’s Army tried to make the arrest. Until the beginning of the nineties, Tabara was a member of the highest command of the New People’s Army. Mr. S. has been living in the Netherlands since 1987. He had applied for a political asylum but he was not granted one. He could not be deported because his life would allegedly be endangered upon his arrival in Philippines. On Friday, Mr. S. will be indicted by the Examining Judge at Court in The Hague. Filippijnse communistenleider aangehouden wegens moord 28 augustus 2007 Het Team Internationale Misdrijven van de Nationale Recherche heeft vanmorgen in Utrecht de 68-jarige communistenleider Jose Maria S. aangehouden wegens betrokkenheid bij moordaanslagen op de Filippijnen. S. is oprichter van de Communistische Partij van de Filippijnen (CPP) en haar gewapende tak, het New People’s Army (NPA), die al jaren een gewapende strijd voert tegen opeenvolgende regeringen in Manilla. De communistenleider wordt er van verdacht vanuit Nederland opdracht te hebben gegeven tot het vermoorden van zijn vroegere medestanders Romulo Kintanar en Arturo Tabara op de Filippijnen. De Nationale Recherche doorzocht vandaag behalve de woning van S. nog zeven andere adressen in Utrecht en een in Abcoude van zijn medewerkers. Op 23 januari 2003 werd de voormalige leider van het New People’s Army Romulo Kintanar, 50 jaar oud, in een Japans restaurant op de Filippijnen doodgeschoten. De daders bevonden zich ook in het restaurant en troffen Kintanar met 10 schoten. Het slachtoffer bloedde vanwege de schotwonden dood. De moord leidde tot grote opschudding op de Filippijnen. Ze werd in een officiële publicatie opgeëist door het New People’s Army, dat verwees naar een uitspraak van een speciale volksrechtbank. Een speciale eenheid van het New People’s Army zou Kintanar hebben gestraft voor misdaden tegen de revolutie en het volk. De Nationale Recherche onderzocht ook de betrokkenheid van S. bij de moord op 26 september 2004 op Arturo Tabara en diens schoonzoon Stephen Ong. Beide mannen werden doodgeschoten op een parkeerplaats bij het uitstappen uit hun auto. Zij overleden ter plaatse als gevolg van schotwonden in het hoofd, borst en buik. Ook deze aanslag is opgeëist door de gewapende tak van de CPP. Volgens een officiële publicatie was Tabara “een geharde crimineel en fanatieke contrarevolutionair". Hij zou zijn gedood, omdat hij zich met zijn schoonzoon verzette tegen arrestatie door een speciale eenheid van het New People’s Army. Tabara was tot begin jaren negentig lid van het hoogste commando van het New People’s Army. S. woont sinds 1987 in Nederland. Hij vroeg politiek asiel aan, maar dat werd afgewezen. Omdat hem na terugkeer op de Filippijnen gevaar voor zijn leven zou wachten kon hij niet het land uit worden gezet. S. wordt vrijdag voorgeleid aan de rechter-commissaris in Den Haag. - Openbaar Ministerie